Match

ijs gebroken cocktail amper aangeraakt

avontuur jouw kamer aan gesloten deur

in je armen met tijd reis vrij van uren

vlucht vooruit naar nooit bezochte x 

hoor je roepen van de woestijn

 

wordt de match een inzet verstrengeld

in uw dna waar ik ook ga bang geproduceerd

het ijle  en op apegapen heelder stranden aai

knuffel plof gelanden zal ik nu wel eten  

uit uw beider handen 

 

Mild

Ze verontschuldigt zich met plotse glimlach

innemend vrij naar rake inslag. Een voltreffer!

En van formaat, je hebt geen idee...

 

Wil ze daarmee zeggen dat ik mag?  Ben nooit jager

noem het dus geen vangst. Ik beleef slechts

hoe ze graag ziet, en mag er even bij, mag bedenken

hoe goed het minnen haar wel staat.

En wat het is te delen in haar ontvangst. 

 

Verwondering die me als gegrepen wilt

het duwt me in beleving en herinnering. Nee,

ik wil er niet van weg en wil haar nu niet kwijt. Dus

doe nog eens gauw ja, echtig waar heel graag. 

En maak het zeker net zo mild.  

 

Wassen

Ik werd op waarde geschat te licht bevonden.

je hebt je rug gekeerd het affront dat werd verzwegen.

Het gaf een naslag in het ongewenste, met spanning

die mijn keel omklemde. Ik ben een leegloop van ellende. 

 

Bij de verwijderde items beland. Ons oost-end

heeft een straat zonder end waar ooit een perspectief verdwaalde.

Je liet me los ik liet je gaan, houden we onszelf hier voor de waan? 

Is ons quotum in schande overschreden en is nadien

 

uiteindelijk gewassen toon gezet? Ben jij die andere versie

van mezelf verworden die parallel herstraalt, zichzelf weer vindt? 

Waarop een niemand gelukkig stond te wachten.  

 

Open Brief

Aan mijn lief.   Want dat boontje, ja dat heb ik wel voor u. Natuurlijk is dat zo, wat zou me hier anders gaande houden? Waarom zou het immers, als we vrijen of stevig neuken, ik deze bewoordingen wreed tekort vind doen? Alsof we samen in feite iets geheel aparts en mooi hebben wat niets of niemand ooit kan evenaren?

Apart, maar op een manier die niet snel te vatten is. Het gegeven is eeuwenoud maar de invulling wordt à l'improviste. Iets in de aard van het symbool voor "sleutel" maar dan op het knopje van de draadloze bediening moeten duwen. Je weet dat het werkt, en hoe je het ongeveer moet gebruiken.   Je moet toch ongelooflijk gelukkig zijn, op je ééntje met jezelf, niet?

Ik vind het al zo immens om die te korte momenten zo dicht bij u te zijn. Wat zou dat zijn als dat de hele tijd zo was?  Indien ik ons met een simpele letter of een leesteken zou moeten voorstellen, zie ik voor mezelf een schaarse "q" en spelende ampersand - en het koppelteken met jou, die ronde "a" (al wil je zelf een onopvallende "e") en een vergeten apostrof.

Soms zo verlegen dat het onpasselijk wordt. Niet omdat het je aan kwaliteiten zou ontbreken, maar dat weet je. Is het omdat je er niet helemaal bij hoort - of was dat alweer net de bedoeling... Ach, bij u oogt die gêne zo mooi, als een stukje overgave. Jouw onderwerping aan mijn willekeur, zo lijkt het je. Of eerder aan de echte wereld, daar buiten, ziedaar uw emotionele slachting.  Weet je, als liefde al een definitie had, stel in de vorm van een standaard wiskunde vergelijking (zoals a + b = c²) dan kan je best zorgen dat je de uitkomst tot honderd cijfers na de komma uit het hoofd kent! Het zou handig zijn daar ezelsbruggetjes voor te bedenken! Dus ik begin er aan...  

 

Natuurlijk

Spanning raast ten top, is

van begeerte gedrongen, verloren.

Dooit of smelt het op je huid,  

als iets dat zich erover dwingt? 

 

Wil het op de voorgrond en

zich werpen, zo graag bezitten

onvatbaar grijpen om resoluut

het eeuwige te laten sterven? 

 

Verenigen met jouw omhelzing indringend

de nadruk voelen weten

waar het echt om gaat,  bedrukt,

genadeloos weggevaagd.

 

Spoorverblinding

Net op de trein gestapt. Ik zoek een zitplaats en merk haar meteen op.  Ga er schuins tegenover zitten. Ze kijkt even. Hola! Wederzijdse blik, is het goedkeurend, of wat onderzoekend? Beleefd sla ik mijn ogen snel  weer neer, probeer wat lectuur, herbeleef dan en geniet. Mooie dame. Die inkijk van daarnet ondefinieerbaar, geheim en diep. Indruk van onuitgegeven sensaties, van schone echtheid. Wow-gevoel.  Even later neemt ze haar mobieltje ter hand. Gaat wat heen en weer zitten swipen. Zit ze nu op Tinder, WhatsApp of WhatTheFuck? Nee. Mij zal je daar zeker niet op vinden! Voilà...

Ondertussen doe ik alsof ik aandachtig verder lees. Probeer niets te laten merken.  Een te kort kwartier gaat zò voorbij. De trein vertraagt. Ze maakt zich klaar om af te stappen, kijkt me even verrassend weer aan. Is het verwachtend? Staat dan op en gaat naar de deuren. Ik weet niet wat ik moet.  De trein is gestopt. Barst! Een halte te vroeg. Toch sta ik op, kan nog uit de wagon, en wil achter haar aan. Kijk in het rond en zoek. Zie ze niet meteen. Nee, daar. Ja, daar is ze. Ze had me al gezien. Ruime glimlach. Ben ik het op wie ze staat te wachten?   

Wat zou het? Ik waag me verder. Bedenk wat ik ga zeggen. Iets wat voor één keer niet eens gelogen zou zijn.  Iets als: “hey, sorry, maar je hebt echt de mooiste lach, die ik van mijn hele leven hier, ooit zag."

 

Yolo

Kan ik het wel vatten, achteraf? Mensen

wat een avond, wat intens! Het was magistraal,

weet je, ja, je had het, werkelijk,

helemaal.  Je zat daar dan even verderop,

rustig ingetogen, bewust, en raadselachtig.

Innemend met een onaantastbare présence,

 

dat ik dacht: “veel te mooi voor mij!”  Toch

beeld ik me nu in hoe ik je nu,  op dit moment,

hier dicht bij mij  zou hebben, en mag trachten

het deels getemde spelend te bevrijden.  En hoe

ik langs je stem zal proeven van de vonken

die gaan klinken.

 

Ja, je mag het weten, zonder jou, is het  

finaal en zeker hier met mij gedaan. 

Dus als het moet  

begin ik weer van vooraf aan.

 

Niet Waar

Geloof me vooral niet, als ik ineens zeg

schat, dat ik niet meer van je hou,

en dat mijn verhaal voortaan wel verder

voort kan, zonder jou.  Geloof me

ook weer niet als ik beweer dat ik je zelfs

geen beetje mis. Als ik vrank

en vrij bevrijd nu zeg, dat het met onze liefde

over, schluss en uit is. 

 

Nee, vergeet die dissonanten liever

het onfortuinlijke wat tussen ons gebeurde, weg

die associatie met het onbegrip,

mijn gekraakte trots, het spijtig

gesloten eind.  Want van nu

af geef ik alsnog toe, loop ik gewillig

 

met je mee, beloofd,

voorbij die tranenval. Van jou. Kom,  

geloof me nu maar wel, of ik sla tilt. 

Zeker nu mijn honger zich zachtjes,

aandachtig, tegen je aan verstilt.

 

Winkelgerinkel

'Ik heb het gedurfd, want weer sta ik aan de toonbank van die winkel, waar die mooie dame staat te blinken.  En net op het eerste oogcontact, wanneer ik haar met diepe stem wil begroeten, klinkt daar haar vervloekte telefoon, scheurend met migrainegeluiden. Ze neemt op en ziet me niet meer staan.  “Hé, ik was toch eerst hè?” denk ik dan.

Wel ja, ik moet er misschien aan denken om de volgende keer, net voor ik de winkel binnenstap, zelf met mijn gsm haar nummer te bellen. Als ze dan opneemt, stap ik naar binnen, en ga ik naar haar toe om mijn ding te doen...  Om bijvoorbeeld van achter mijn rug een dozijn rode rozen tevoorschijn te toveren, en plechtig te verkondigen: “weet je het wel? Jij bent echt nog veel schoner dan deze!”  Tja, dat moet ik beslist doen hè! ...

Maar intussen sta ik hier wel mooi te kijk. Mijn lieve dame hangt natuurlijk nog steeds aan de lijn, druk in de weer met aardse futiliteiten. Pffft… amai amai, dit begint wel lang te duren hè… Mijn moed zinkt me stilaan in de schoenen en het zwarte beest, dat duikt weer op.  Want ja! Ik ben gezien, ik ben de lul… En ik ben echt bang dat het me ontbreekt, dat extra portie lef, nodig om haar aan te spreken. En nog erger, dat het er allicht ook nooit zal wezen…   Dus ja, ik druip stilletjes af, want door mezelf verslagen.   

Maar iets later, denk ik toch al weer aan haar. Mijn knappe dame, met die bevallige présence, als spiegel van geluk!  Mooie diva met capriolen, zal je ooit nog wel de mijne zijn? Ik bemin je, dat is zeker. En morgen,… morgen kom ik terug!

 

Dichte Ex

Ach, jouw lach verraadt geen angst. Je ademt oprecht naïviteit en goed geluk. Iets wat niet helemaal van deze wereld is, en met een openheid die zo doet twijfelen. 

Je raakte een gevoelige snaar allicht, daar met de muziek van je aanwezigheid. Ja, ook in freestyle raakten we verbonden, al is het een raadsel hoe het zover kwam. 

Na onze breuk volgde de nuchterende vlakte, ééntje waaruit ik wilde vluchten, en racen tegen de zinnen, opgejaagd, vervolgd door zwarte stormen. 

Er volgde inspiratie door afwezigheid, en het mankement begaf zich op mijn weg. Mijn toekomst is nu nog die herinnering, als toen ik weer in je armen viel.