anders

Blabla

met de fine fleur van één en ander

filmische deerne tegenover het fake fluo

karma van de schelm ramp in het vizier 

turks tussendoortje slaafs ritme

manuele sleur in uw handen

met liever geen blabla

 

gesouffleerde nep optie op emotie

blèren in de ijlte  sneer op de wreef

in een atlas met bevlekt imago

groei als issue memoires van errata

delusie en nul op het rekest

 

Deeltjes

te delen een zinnespel van akkoorden

en je schalkse lachal zo vertrouwd

ongetemde natuur die vibes gaan deinen

spelen doet het voorbehoud weg 

naieve setting waar ik nu pas in geloof

startschot naar ongeremd gaan bouwen

uit met fataal romanesk gedoe weg

met kort ontstoken storm    

 

elementair verstrengelde deeltjes

dat los komen van het waarom  

met anderen die het wel denken

te weten  hoe voltooid verleden

voorgoed vergeten

 

Yolo

Kan ik het wel vatten, achteraf? Mensen

wat een avond, wat intens! Het was magistraal,

weet je, ja, je had het, werkelijk,

helemaal.  Je zat daar dan even verderop,

rustig ingetogen, bewust, en raadselachtig.

Innemend met een onaantastbare présence,

 

dat ik dacht: “veel te mooi voor mij!”  Toch

beeld ik me nu in hoe ik je nu,  op dit moment,

hier dicht bij mij  zou hebben, en mag trachten

het deels getemde spelend te bevrijden.  En hoe

ik langs je stem zal proeven van de vonken

die gaan klinken.

 

Ja, je mag het weten, zonder jou, is het  

finaal en zeker hier met mij gedaan. 

Dus als het moet  

begin ik weer van vooraf aan.

 

Niet Waar

Geloof me vooral niet, als ik ineens zeg

schat, dat ik niet meer van je hou,

en dat mijn verhaal voortaan wel verder

voort kan, zonder jou.  Geloof me

ook weer niet als ik beweer dat ik je zelfs

geen beetje mis. Als ik vrank

en vrij bevrijd nu zeg, dat het met onze liefde

over, schluss en uit is. 

 

Nee, vergeet die dissonanten liever

het onfortuinlijke wat tussen ons gebeurde, weg

die associatie met het onbegrip,

mijn gekraakte trots, het spijtig

gesloten eind.  Want van nu

af geef ik alsnog toe, loop ik gewillig

 

met je mee, beloofd,

voorbij die tranenval. Van jou. Kom,  

geloof me nu maar wel, of ik sla tilt. 

Zeker nu mijn honger zich zachtjes,

aandachtig, tegen je aan verstilt.