Azuur
Je overdenkt mysterieuze dieptes, oceaan
dat cobalt diep, volop nieuwsgierig.
Vermoeden toont iets ontastbaars mild
maar toch onpeilbaar ruim.
Het stroomt over, kan zoveel geven
wil zo graag en hevig, is het nu meteen?
Nee, laat het nu mijn lief,
ik wil daarin verdwijnen dus
leid me rond, of doe me liever nog verdwalen.
Van de aandacht weg, mooi ongezien
voor niemands oordeel openlijk te kijk.
Want jij, jij geeft het zin, wat ik zo bemin
en ik neem het in, ja, ik word hier rijk.
En de woorden, die ik nu niet vind
gaan beschrijven, of proberen te verhalen
wat het doet, en hoe het voelt
als jij hier in mijn wereld staat.
Al was het straks maar
al was het maar voor even.