Open Brief
Aan mijn lief. Want dat boontje, ja dat heb ik wel voor u. Natuurlijk is dat zo, wat zou me hier anders gaande houden? Waarom zou het immers, als we vrijen of stevig neuken, ik deze bewoordingen wreed tekort vind doen? Alsof we samen in feite iets geheel aparts en mooi hebben wat niets of niemand ooit kan evenaren?
Apart, maar op een manier die niet snel te vatten is. Het gegeven is eeuwenoud maar de invulling wordt à l'improviste. Iets in de aard van het symbool voor "sleutel" maar dan op het knopje van de draadloze bediening moeten duwen. Je weet dat het werkt, en hoe je het ongeveer moet gebruiken. Je moet toch ongelooflijk gelukkig zijn, op je ééntje met jezelf, niet?
Ik vind het al zo immens om die te korte momenten zo dicht bij u te zijn. Wat zou dat zijn als dat de hele tijd zo was? Indien ik ons met een simpele letter of een leesteken zou moeten voorstellen, zie ik voor mezelf een schaarse "q" en spelende ampersand - en het koppelteken met jou, die ronde "a" (al wil je zelf een onopvallende "e") en een vergeten apostrof.
Soms zo verlegen dat het onpasselijk wordt. Niet omdat het je aan kwaliteiten zou ontbreken, maar dat weet je. Is het omdat je er niet helemaal bij hoort - of was dat alweer net de bedoeling... Ach, bij u oogt die gêne zo mooi, als een stukje overgave. Jouw onderwerping aan mijn willekeur, zo lijkt het je. Of eerder aan de echte wereld, daar buiten, ziedaar uw emotionele slachting. Weet je, als liefde al een definitie had, stel in de vorm van een standaard wiskunde vergelijking (zoals a + b = c²) dan kan je best zorgen dat je de uitkomst tot honderd cijfers na de komma uit het hoofd kent! Het zou handig zijn daar ezelsbruggetjes voor te bedenken! Dus ik begin er aan...